Voor eigen blik en makerschap zijn we in periode 2 opzoek gegaan naar onze alter ego. We begonnen met het verzamelen van onze inspiratie bronnen. Hier kwam ik al snel tot de conclusie dat alle verschillende werken die ik verzameld had één geheel werden, dit kwam omdat de meeste beelden iets gemeen hadden met elkaar, namelijk kleur en vorm. Maar wat is kleur en vorm nou eigenlijk? Wat betekent het voor mij? En waar komt het vandaan? Daar ben ik naar opzoek gegaan, al snel kwam ik tot de conclusie dat het in verbinding staat met mijn persoonlijke eigenschappen.
Ik heb een lijstje gemaakt met persoonlijke eigenschappen van mijzelf die je terug ziet in het werk dat ik maak. De vormen en kleuren die ik bij de eigenschappen had gekozen waren op gevoel, daarom heb ik ervoor gekozen om door te gaan op het eigenschap intuïtief. Ik ben veel gaan maken en allemaal op gevoel. Dit was voor mij een eyeopener, ik hoef geen werk te maken waarvan ik weet hoe het er uit komt te zien. Ik kan van alles op papier zetten totdat ik het idee heb dat het af is. Hierdoor ervaarde ik ook geen druk en kon ik vrij te werk gaan. Ik had op het einde nog geëxperimenteerd met alleen kleur, hier was ik nog niet tevreden mee dus daar heb ik uiteindelijk toch nog vormen aan toegevoegd.
Op terugkijkend had ik meer met context willen werken, nu voelde het een beetje alsof het nergens heen ging, een ontdekking zonder eind. Als ik er context aan had gegeven had ik hoogstwaarschijnlijk wel weer ergens anders aan kunnen haken zodat het proces weer een andere richting op kon.
